Emoties zijn overal
Stel je eens klaslokalen zonder emoties voor! Wat een bevreemdend beeld zou dat zijn - een klaslokaal met kinderen die leren en met elkaar omgaan als machines, maar geen plezier hebben, verrast worden of trots ervaren. Emoties zijn als het ware de specerijen van het leren (en in het leven in het algemeen, dat, zoals we allemaal weten, niet eindigt bij de deur van het klaslokaal). En ook al voelen we de behoefte om zoveel mogelijk alleen aangename emoties te ervaren, er zijn ook onaangename emoties die ons leven op een positieve manier sturen. Angst laat ons bijvoorbeeld zien dat we ons moeten voorbereiden op iets slechts in de toekomst, of frustratie laat ons zien dat we onze doelen moeten heroverwegen of ervan af moeten stappen. Het bijzondere van emoties is: ze bestaan over de hele wereld en bijna alle emoties worden door alle mensen op aarde op dezelfde manier waargenomen en geïnterpreteerd. Emoties zijn de universele taal van de mensheid - zonder emoties is samenleven helemaal niet mogelijk.
Emoties op school
Wat belangrijk is voor het leven in het algemeen, is ook belangrijk op school. Emoties kennen en ermee kunnen werken helpt je als leraar om jouw leerlingen nog sterker te begeleiden in het leren.
Wanneer je je bewust bent van de emoties van jouw leerlingen (en die van jezelf natuurlijk) wordt het gemakkelijker om leerlingen in hun leerproces te ondersteunen.
Misschien haal je de meeste informatie uit de gezichtsuitdrukkingen of het gedrag van jouw leerlingen. Glimlachen ze, vermijden ze oogcontact, kijken ze boos, blijven ze bij de les of geven ze snel op? Dit zijn allemaal belangrijke indicatoren voor het beoordelen van de emoties van jouw leerlingen. Wat je echter niet kanzien, zijn de gedachten, de motieven, en de fysieke sensaties die met de gevoelens van je leerlingen gepaard gaan. Vooral hun gedachten en motieven moeten worden afgeleid uit uitingen, gedrag en context. de nodige theoretische kennis kan je een steun in de rug gevenom op emoties te anticiperen en er professioneel mee om te gaan; om ze dan uiteindelijk te gebruiken ten voordele van het leerproces. Maar maak je geen zorgen! Dat is precies waar deze blog voor is - we nemen je mee in de theoretische kennis over emoties en hoe je ermee om kunt gaan.
De control-value theorie (controle-waarde theorie)
Eén van de meest fundamentele en invloedrijke theorieën over emoties in onderwijscontext is de control-value theorie van Reinhard Pekrun (2006). Deze theorie is uitgebreid empirisch onderbouwd.
Wat zegt deze theorie ons en waarom is het belangrijk om die als leraar te kennen?
Deze theorie beschrijft en verklaart hoe de emotionele ervaringen van leerlingen in de klas vorm krijgen. En als je weet hoe en waarom iets zich ontwikkelt, wordt het gemakkelijker die ontwikkeling te beïnvloeden. Reinhard Pekrun stelt dat twee dingen de emoties van leerlingen in leer- en prestatiesituaties beïnvloeden:
Ten eerste is het belang dat leerlingen hechten aan een bepaald domein, hun eigen prestatie binnen dit domein, of hoe belangrijk het door anderen wordt gepercipieerd, één van de belangrijkste factoren die de emoties van je leerlingen beïnvloeden. Dit wordt de "waardebepaling" genoemd. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld
taal op zich als bijzonder waardevol voor hun verdere leven beschouwen (domeinwaarde),
prestaties of goede cijfers in taal bijzonder belangrijk vinden (prestatiewaarde),
of de indruk hebben dat taal een bijzonder hoge status heeft in hun peergroup (sociale waarde) en daarom ook voor hen individueel belangrijk is.
Maar het gevoel hebben dat iets belangrijk voor je is, verklaart nog niet helemaal de emotie van jouw leerling. De emotie van jouw leerling wordt, ten tweede, bepaald door zijn inschatting van de mate waarin hij de situatie kan controleren. Dit wordt de "controlebepaling" (control appraisal) genoemd. Heeft je leerling het gevoel de situatie te kunnen beheersen, door bijvoorbeeld zijn of haar capaciteiten? Dan veroorzaakt dat andere emoties dan wanneer hij/zij het gevoel heeft de situatie niet de baas te zijn.
Samengevat: de inschatting van de waarde en de beheersbaarheid van de situatie werken op elkaar in, en leiden samen tot een bepaalde emotie.
Een voorbeeld
Bijvoorbeeld, vindt een leerling wiskunde belangrijk vindt? En heeft hij de indruk dat hij de nodige competenties heeft om goed te presteren, dan zal hij eerder aangename emoties ervaren. Maar, wanneer hij de eigen capaciteiten laag inschat, zal dat aanleiding geven tot onaangename emoties . Welke specifieke emotie zich ontwikkelt, hangt af van de sterkte van de waarde- en controlebepaling.
De belangrijkste informatie voor nu is:
Je kunt de waarde- en controlebepalingen van leerlingen beïnvloeden door je manier van lesgeven, je lesmethodes of de manier waarop je de relatie met je leerlingen vormgeeft. Het patroon is uniek voor elke emotie (maar maak je geen zorgen, ik deel deze specifieke informatie in mijn toekomstige blog posts).
Zelfregulerend leren en emoties
Er is een grote theoretische overlap tussen Zimmerman's zelfregulerend leren (ZRL) en Pekrun's controle-waarde theorie. Net als bij emoties speelt de (taak)waarde een grote rol in ZRL. Ook bij ZRL beoordelen leerlingen in welke mate de leeractiviteit voor hen belangrijk is (taakwaarde). Daarnaast schatten zelfregulerende leerlingen ook in in welke mate ze de situatie zelf helemaal kunnen beheersen (bv. zelfeffectiviteitsgevoelens en resultaatsverwachtingen). Zo kunnen ZRL en emoties theoretisch samen worden beschouwd. Op een bepaald moment wordt echter ook het praktische belang van de combinatie van beide concepten duidelijk, namelijk wanneer het gaat om de relatie tussen emoties en prestaties:
Natuurlijk gaan prettige emoties ook vaak samen met goede cijfers (en onprettige emoties met slechte cijfers). Maar dit verband is niet direct. Bij dit verband speelt zelfregulerend leren een bijzondere rol. Wanneer aangename emoties worden ervaren, zullen studenten eerder geneigd zijn langer en grondiger te studeren. Dit is wat uiteindelijk leidt tot goede cijfers. Bovendien geven emoties leerlingen consequent informatie over waar ze staan in hun leerproces:
Schaamte of angst kunnen aangeven dat het belangrijk is om nog meer of anders te leren;
Hulpeloosheid of verdriet kan erop wijzen dat (sociale) steun nodig is om een doel te bereiken;
Boosheid kan erop wijzen dat er iets gebeurt in het leerproces dat niet gewenst is of dat doelen niet haalbaar zijn;
Vreugde en trots kunnen erop wijzen dat je op de goede weg bent en op die manier moet blijven leren. Maar ze geven je ook te kennen dat een pauze in het leerproces perfect is toegestaan.
Praten met leerlingen over zelfregulerend leren houdt in dat je ook praat over of vraagt naar emoties van leerlingen. Leerlingen vinden het meestal prettig om over hun gevoelens te worden aangesproken. Je hebt gevoelens, ze vereisen geen speciale inspanning. Anderijds is het belangrijk om voorzichtig met emoties om te gaan. Het is bijvoorbeeld volstrekt onaanvaardbaar om individuele leerlingen in het bijzijn van de hele klas naar hun emotionele toestand te vragen.
Wat komt hierna?
Hoe je elke emotie het beste kunt aanpakken of hoe je ze als leerkracht het meest effectief kunt begeleiden in de klas, dat lees je in mijn toekomstige blogposts. In elke blogpost ga ik in op één emotie...
References
Pekrun, R. (2006). The Control-Value Theory of Achievement Emotions: Assumptions, Corollaries, and Implications for Educational Research and Practice. Educational Psychology Review, 18, 315-341. https://doi.org/10.1007/s10648-006-9029-9
Comments